Belangrijkste vormen van externe arbeid

Belangrijkste vormen van externe arbeid

We onderscheiden zeven vormen van externe arbeid: uitzenden, payrollen, detacheren, onzuivere bemiddeling van zzp’ers, bemiddeling van zzp-ers op basis van tussenkomst, directe inzet van zzp’ers en, voor de volledigheid, contracting of uitbesteding. Wat is het verschil?

  1. Uitzenden

Uitzenden is het ter beschikking stellen van arbeid, waarbij het juridisch werk­geverschap bij het uitzendbureau berust en het economisch werkgeverschap bij de inhurende organisatie (inlener). De betaling aan de uitzendkracht (verloning) geschiedt door het uitzendbureau. De inlener heeft als economisch werkgever de regie, geeft leiding, houdt toezicht en geeft instructies aan de arbeidskracht. Ken­merkend is het uitzendbeding: einde werk is einde opdracht. Er zijn verschillende benamingen voor arbeidsvormen die feitelijk uitzendwerk zijn. Dit kan bijvoor­beeld het geval zijn bij collegiale inleen (het tijdelijk inzetten van werknemers die bij een collegabedrijf op de loonlijst staan), zogenoemde manning agencies voor zeelieden in de maritieme sector, sommige arbeidspools en flexpools. En ook bij re-integratie (van arbeidsongeschikten en werkloze mensen) gaat het veelal om de uitzendformule.

  1. Payrollen

Payrollen is hetzelfde als uitzenden, met dien verstande dat de werving en selectie van de arbeidskracht wordt verzorgd door de inlener en niet door het payrollbedrijf. Het komt voor dat bestaande arbeidscontracten van een werkgever, niet zijnde een uitzender, worden omgezet in een uitzendcontract bij een payrollbedrijf.

  1. Detacheren

Detacheren is payrollen zonder uitzendbeding. Een detacheringsbureau leent een eigen medewerker uit aan een inlener. Dit betreft een vooraf afgesproken periode. Bij detacheren ligt de regie over het werk bij de opdrachtgever. De detacheerder is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van zijn medewerkers. Er is echter geen sprake van een resultaatverplichting. Hiermee onderscheidt detachering zich van aanneming van werk. Steeds meer is ook te zien dat beroepspraktijkvorming (bol en bbl)5 wordt ingezet met behulp van een uitzendovereenkomst.6

  1. De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) betreft mbo-leerlingen die vier dagen in de week werken en een dag in de week naar school gaan. In het onderwijs betreft het lio’s (leraren in opleiding). Het betreft een BPV-plaats (beroepspraktijkvorming), met een dienovereenkomstig contract.
  2. Bij de inzet van externe arbeid kan gebruik worden gemaakt van subsidies. Hierbij moet wor­den gedacht aan proefplaatsingen en werkervaringsplaatsen en de inzet van de sociale werk­voorziening. Het kan gaan om publieke voorzieningen (zoals loonkostensubsidies van het UWV en gemeenten) en om private subsidies (van O&O-fondsen).
  1. Directe inzet van zzp’ers

Een individuele kandidaat gaat via zijn eigen rechtspersoon een overeenkomst aan met de inhuurder, een opdrachtnemer-opdrachtgeverrelatie. Het is mogelijk dat de relatie tussen de zzp’er en de inlener via zuivere bemiddeling tot stand is gekomen, of dat men elkaar direct heeft gevonden.

  1. Onzuivere bemiddeling van zzp’ers

Een bemiddelaar brengt vraag naar en aanbod van zzp’ers bij elkaar en organi­seert, hetzij namens de zzp’er, hetzij namens de inhurende organisatie dat beide partijen tot een overeenkomst komen. Bemiddelaars kunnen worden gefinancierd door beide partijen.

  1. Tussenkomst

Bij tussenkomst worden zzp’ers ingezet bij de inhurende organisatie, via de intermediair, die een contract afsluit met de zzp’er. Tussenkomst kan in bepaalde gevallen door de rechter worden beoordeeld als een arbeidsovereenkomst, wan­neer er materieel wordt voldaan aan de criteria van de gezagsverhouding en loon gedurende een langere periode. Dit wordt een schijnconstructie genoemd. In die gevallen dient de inhurende organisatie belasting en premies te betalen.

  1. Contracting of uitbesteding

Bij contracting is over het algemeen sprake van een resultaatverplichting. De con­tractor (aannemer) neemt een opdracht aan voor een vaste prijs en levert daar­voor de mensen en eventuele materialen. Er wordt duidelijk afgesproken welk eindresultaat de werkzaamheden moeten opleveren. Van contracting kan alleen sprake zijn als de leiding en het toezicht bij de contractor liggen.  In sommige sectoren, zoals de bouwsector, wordt de term contracting gebruikt voor uitzenden en payrollwerk, wat afwijkt van onze definitie.

Keuzeproces bij de inzet van externe arbeid

De hieronder weergegeven afbeelding geeft het keuzeproces weer voor een bepaalde arbeidsvorm, vanuit het perspectief van de inhurende organisatie. In werkelijkheid zal dit keuzeproces niet zo strikt verlopen. Maar logisch gezien gaat het zoals hierna in het schema is weergegeven. De onderscheidende criteria voor de keuze bij externe arbeid zijn als volgt: wel of niet medewerkers op de eigen loonlijst, wel of niet een resultaatverplichting, wel of geen inzet van een zzp’er, en zo ja direct of via een intermediair, wel of niet zelf werven en ten slotte wel of niet toepassen van het uitzendbeding. Een goede afweging van elk van deze keuzes is het begin van een optimale inzet van externe arbeid.

Bron: ‘Professioneel inhuren van externe arbeid’ – Max Boodie, Peter Donker van Heel, Rob de Laat en Paul Oldenburg.